
Spreekwoorden: (1914)
Op zijn tellen passen,d.w.z. op zijn hoede zijn, op zijn qui-vive wezen; eig. zich niet vergissen bij het tellen; vgl. de tel kwijt zijn, ook fig. voor onzeker zijn aangaande het tijdstip, waarop een kind zal geboren worden, het boekje kwijt zijn (Brederoo I, 271, vs. 88), het briefje verloren hebbe...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Op zijn tellen passen,d.w.z. op zijn hoede zijn, op zijn qui-vive wezen; eig. zich niet vergissen bij het tellen; vgl. de tel kwijt zijn, ook fig. voor onzeker zijn aangaande het tijdstip, waarop een kind zal geboren worden, het boekje kwijt zijn (Brederoo I, 271, vs. 88), het briefje verloren hebbe...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.